Waarom moet je de chip van je kat registreren?

Een kat kan bij de dierenarts een chip krijgen. Deze chip kun je zelf registreren bij een databank voor huisdieren. In Nederland is het niet verplicht, maar het is wel verstandig. Katten lopen vaak buiten en zeker na een verhuizing kunnen katten nog wel eens de weg naar huis kwijt raken.

Verschil tussen chippen en registreren

Het chippen van je kat is niet genoeg. De microchip, die onderhuids wordt aangebracht, geeft bij uitlezen een nummer weer van 15 cijfers. Dat is een uniek nummer dat vanaf dat moment bij jouw kat hoort. Het nummer zegt alleen nog niets over jouw kat. Daarom moet het nummer van de chip van je kat ook online geregistreerd worden.

Het registreren van dit chipnummer doe je eenvoudig zelf bij een databank voor huisdieren. Je maakt daar een account aan en vult het chipnummer en alle gegevens van je kat en van jezelf in. Pas dan is het mogelijk de link te maken van de kat naar het baasje. Een chip alleen is dus niet voldoende om je kat terug te kunnen vinden. Het nummer van de chip van je kat registreren is daarom belangrijk.

Voordelen van registratie van de chip van je kat

Als je je kat bij een databank registreert, is de kans 95% dat je kat bij vermissing weer bij jou terugkomt. Ongechipte en ongeregistreerde dieren vinden helaas maar in 40% van de gevallen de weg naar huis terug. Maar er zijn nog meer voordelen aan registratie van je kat. In de databank kun je ook andere gegevens toevoegen, zoals het medische dossier. Krijgt je kat een ongeluk en wordt hij naar een dierenarts gebracht, dan heeft die dierenarts alle informatie. Ook kun je allergieën, het normale gewicht en andere belangrijke informatie over je kat toevoegen. Dus als je kat gevonden wordt door iemand, kunnen ze voor hem zorgen tot hij weer terug is bij jou.